icoon i staat voor informatie

Een beschrijving van een hulpmiddel of een aanpassing in de publicaties wil niet zeggen dat het hulpmiddel of de aanpassing terugebetaald wordt door het VAPH.

Informatie over terugbetaling door het VAPH kunt u vinden op de website van het VAPH: www.vaph.be

Hulpmiddelen voor personen met een handicap versus Universal Design

KOC

Universal Design (UD)

Universal Design (of Design for All) ijvert voor een inclusieve, integrale benadering bij het ontwerpen van producten, boodschappen en diensten. Concreet betekent dit dat de ontwerper zich vanaf de aanvang van een ontwerp moet afvragen: "Hoe kan ik dit ontwerp (product, grafische boodschap, gebouw of publieke ruimte) esthetisch en functioneel maken voor zoveel mogelijk gebruikers?"

In de praktijk zal het ontwerp afgestemd worden op de ´gemiddelde mens´ en worden de grenzen wat verruimd zodat het product ook bruikbaar wordt voor kleinere en grotere personen, voor jongeren en ouderen.

Hulpmiddelen

Personen met een handicap vallen meestal buiten de grenzen van een universeel ontworpen product. Voor hen is er een specifiek ontwerp nodig. Personen met een handicap hebben nood aan hulpmiddelen en aanpassingen om een product of dienst te kunnen gebruiken of om een boodschap te kunnen begrijpen.

Het Kenniscentrum Hulpmiddelen van het VAPH (KOC) definieert hulpmiddelen als (technische) producten die:

  • een persoon met een handicap toelaten een activiteit uit te voeren die hij omwille van een functiebeperking niet kan uitvoeren
    vb. rolstoel
  • het uitvoeren van een activiteit door een persoon met een handicap vereenvoudigen of vergemakkelijken
    vb. beker met handgreep
  • een hulpverlener ondersteunen bij de assistentie of verzorging van een persoon met een handicap
    vb. tillift

Of een hulpmiddel of aanpassing succesvol kan samenwerken met een product hangt soms ook af van het ontwerp van het product. Voor sommige producten kan Universal Design er toe leiden dat de producten gemakkelijk aanpasbaar zijn. De standaardproducten kunnen voorzien worden van aansluitpunten voor aanpassingen en hulpmiddelen.

Wetgeving

Universeel ontwerpen is voor de meeste ontwerpers geen automatisme. Door reglementeringen op te leggen, kunnen overheden ontwerpers verplichten om rekening te houden met de noden van personen met een handicap. Vooral de ontwerpen van openbare gebouwen en ICT-producten (gsm, computer ...) worden hierdoor gestuurd.

Voorbeelden van reglementeringen:

  • software ontworpen volgens de richtlijnen van sectie 508 van de Federal Rehabilitation Act (USA)
  • normen over de toegankelijkheid van publieke gebouwen opgelegd via de stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid van 1 maart 2010 (B)
  • Europese richtlijnen voor toegankelijke treinen (EU)

UD in het dagelijkse leven

Computers

Het gebruiksgemak van computers wordt bepaald door het gebruiksgemak van het besturingssysteem (Windows, MacOS, Linux ...). De mate waarin het besturingssysteem toegankelijk is, bepaalt de mate waarin de toepassingen (tekstverwerker, e-mailprogramma, internetbrowser ...) toegankelijk zijn.

Alle huidige besturingssystemen hebben op dit ogenblik in mindere of meerdere mate voorzieningen voor personen met een visuele, auditieve of motorische beperking. Zoals:

  • de mogelijkheid om de grootte en de kleur van teksten en vensters aan te passen
  • de mogelijkheid om geluidssignalen (vb. bij het ontvangen van een nieuwe e-mail) zichtbaar te maken
  • de mogelijkheid om de standaardwerking van het toetsenbord aan te passen (vb. vertragen of uitschakelen van de automatische herhaling van een letter als een toets gedurende een langere tijd ingedrukt blijft)

Met de juiste instellingen wordt de computer voor veel mensen net iets bruikbaarder: de teksten zijn beter leesbaar, het tikken gaat vlotter ...

Voor personen met ernstigere beperkingen voldoen de standaardvoorzieningen niet meer. Voor hen zijn er specifieke hulpprogramma´s nodig: schermuitleesprogramma´s, vergrotingsprogramma´s, schermtoetsenborden ... Dikwijls is ook aangepaste hardware nodig: éénfunctieschakelaar, vergroot toetsenbord, brailleleesregel, aangepaste muis ...

Specifieke hulpprogramma´s worden soms met het besturingssysteem meegeleverd, soms gedeeltelijk en soms niet. Microsoft levert een elementaire basisversie van een vergrotingsprogramma mee met Windows en verwijst naar de gespecialiseerde hulpmiddelenmarkt voor uitgebreidere versies. Apple heeft er voor gekozen om direct een behoorlijk functioneel vergrotings- en schermuitleesprogramma mee te leveren met zijn besturingssysteem, MacOS X. Als de producent aangepaste programma´s meelevert met het standaardpakket, dan wordt de grens tussen Universal Design en hulpmiddelen wel erg vaag. Als geheel kun je het besturingssysteem beschouwen als universeel ontworpen. Maar, omdat een persoon met een handicap een extra programma moet starten, kun je het ook bekijken als een product met een (meegeleverd) hulpmiddel.

Aangepaste hardware valt steeds onder de noemer hulpmiddelen. Het is te moeilijk om de standaard-in- en -outputapparatuur (toetsenbord, muis en scherm) zo uit te breiden dat ze voor iedereen bruikbaar zijn.

Telefoons en multimedia

Telefoontoestellen en multimedia-apparatuur (gsm´s, universele afstandsbedieningen, televisies ...) uit de gewone markt zijn zelden universeel ontworpen en kunnen zelden aangepast worden aan de noden van personen met een handicap. Kleine knopjes, teksten met weinig contrast, volledig gesloten behuizingen, beperkende reglementeringen, vervallen van garanties en verantwoordelijkheid ... maken het de gebruikers met een beperking moeilijk om met deze toestellen te werken. En voor producenten van hulpmiddelen is het moeilijk om de toestellen aan te passen.

De toestellen die wel aangepast zijn aan het gebruik door personen met een handicap, zijn vaak de duurdere modellen. Een nadeel is dat de eigenschappen van deze modellen vaak niet gekend zijn door de personen met een handicap en hun adviseurs of begeleiders. Zelfs de verkopers weten zelden dat ze apparatuur verkopen die geschikt is voor personen met een handicap.

Voorbeelden van aangepaste toestellen zijn:

  • Sony Braviatelevisies met ingebouwde toegang tot audiodescription (gesproken beschrijvingen)
  • telefoontoestellen met grotere toetsen en regelbare geluidsversterking
  • Apple Iphone-gsm´s met ingebouwde voorleessoftware, kunstmatige spraak en een aangepast bedieningsconcept voor blinden en slechtzienden

Een universeel neveneffect krijgen we als toepassingen die bedoeld zijn voor de gewone gebruikers, door producenten van hulpmiddelen of personen met een handicap gebruikt worden voor andere toepassingen:

  • Op dit ogenblik zijn veel gsm´s voorzien van een Bluetoothverbinding voor aansluiting op een carkit of een draadloos oortje met microfoon. Maar langs deze verbinding kunnen ook bluetooth-toetsenborden en -brailleleesregels aangesloten worden waardoor blinden sms-boodschappen kunnen intikken en lezen.
  • De meeste huidige lcd- of led-televisies kunnen door slechtzienden gebruikt worden als extra groot computerbeeldscherm.

Gebouwen

De duidelijkste voorbeelden van Universal Design vinden we bij de ontwerpen van publieke gebouwen. Publieke gebouwen moeten toegankelijk zijn voor elke burger. Als gevolg van de opgelegde reglementeringen, houden architecten bij het ontwerp van publieke gebouwen voldoende rekening met personen met een handicap: hellingsbanen worden geïntegreerd in de toegang tot het gebouw, de liftknoppen zijn gemakkelijk bereikbaar, een aangepaste kleurkeuze en bewegwijzering leiden de personen naar de lokalen, visuele en auditieve boodschappen vullen elkaar aan ...

Uitdagingen

UD-label

Om fabrikanten te stimuleren om de principes van Universal Design op al (of enkele van) hun producten toe te passen, moet Universal Design voor hen een meerwaarde opleveren. De universeel ontworpen producten moeten zichtbaarder zijn in de winkelrekken. Voor toestellen en diensten die gebruikt kunnen worden door personen met een handicap of die ontwikkeld zijn met het oog op samenwerken met aanpassingen en hulpmiddelen, zou een label kunnen gecreëerd worden dat aangeeft dat het toestel universeel bruikbaar is. Dit UD-label zou, als een kwaliteitslabel, de herkenbaarheid van de aangepaste en aanpasbare producten verhogen en zo de producenten overtuigen om meer universele producten op de markt te brengen. Gebruikersorganisaties zoals Test-Aankoop kunnen ook bijdragen aan de bekendmaking van UD-producten. Bij vergelijkende tests kunnen ze de bruikbaarheid van de producten voor personen met een handicap nagaan en naast de ´beste koop´ ook de ´meest toegankelijke koop´ selecteren.

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Diverse overheden geven een financiële tegemoetkoming aan personen met een handicap voor de extra uitgaven die ze moeten doen bij de aankoop van hulpmiddelen.

UD-producten zijn in de eerste plaats producten voor de standaardmarkt. Op dit ogenblik zijn de meeste UD-producten de duurdere producten uit de groep. Een persoon met een handicap die een UD-product aankoopt omdat alleen dat model voor hem bruikbaar is, heeft een meeruitgave t.o.v. een gemiddelde, valide persoon.

UD-producten plaatsen de overheden die de meeruitgaven voor hulpmiddelen terugbetalen, voor een dilemma. Het UD-product is op zich geen hulpmiddel, maar het is wel het product dat de persoon met een handicap laat functioneren. Kan de overheid een tegemoetkoming in de aankoop van een UD-product dan weigeren? Het UD-product biedt de oplossing waarvoor de overheid wil betalen. Anderzijds kan de prijs van een ´echt´ hulpmiddel of een aanpassing aan een goedkoper niet-UD-product hoger zijn dan het prijsverschil tussen het UD-product en het middenklasseproduct. Het UD-product (deels) terugbetalen is in dit geval een te onderzoeken piste. Het kan een win-win-situatie zijn voor zowel de overheid als voor de persoon met een handicap.

Informatieverstrekking

In Vlaanderen verstrekt het KOC informatie over hulpmiddelen voor personen met een handicap. In de databank Vlibank (www.vlibank.be) zijn meer dan tienduizend producten opgenomen. De hulpmiddelen zijn ingedeeld per doelgroep en in functie van de activiteit die ze ondersteunen. In de hulpmiddeleninfo´s geeft het KOC informatie, tips en richtlijnen voor de vergelijking en keuze van soorten hulpmiddelen of aanpassingen.

Het KOC kan de verdere verspreiding van Universal Design ondersteunen door de aangepaste en de aanpasbare producten uit de gewone markt op te nemen in de databank en door te informeren over de manier waarop die producten als hulpmiddel kunnen gebruikt worden.


KOC, februari 2011

KOC - Kenniscentrum Hulpmiddelen - Zenithgebouw - Koning Albert II-laan 37 - 1030 Brussel - 02 249 34 44 - koc@vaph.be